Lifestyle
Skiën
De vorige keer..
Iedere keer in Travelzine introduceren we een sportieve bezigheid, die je gerust een Lifestyle zou kunnen noemen
Deze keer nemen we je mee in de wereld van het skiën!
OOK DE OPLEIDING TRAVEL LOOPT HIER WARM VOOR!
Zie onderaan het artikel......

Skiën, introductie
Skiën is zich voortbewegen over sneeuw of een kunstskibaan met behulp van twee 'planken', ski's genoemd, die aan de voeten (skischoenen) worden bevestigd. Het woord ski is afkomstig van het Oudnoorse skiða, dat 'rechte plank' betekent. Vroeger was skiën geen sport, maar een transportmiddel in de wintermaanden.
Oorspronkelijk waren ski's van hout, maar moderne ski's worden gemaakt van glasvezelversterkte kunststof of andere composietmaterialen, of een combinatie van hout en composietmaterialen. Op de pagina over skimateriaal wordt dieper ingegaan op de samenstelling, vorm en functionaliteit van de "plank(en)". Een skiër is iemand, die zich bezighoudt met enige vorm van skiën, zoals hieronder nader wordt beschreven.

Wat voor type skiër, ben jij?
Er bestaan diverse vormen van skiën. De volgende skisporten bestaan:
- Langlauf: in het Engels cross country genoemd, op speciale langlaufski's moet een traject worden afgelegd. Er zijn verschillende varianten, afhankelijk van de lengte, welke stijl van lopen mag worden gebruikt en of de deelnemers tegelijk of na elkaar starten. Er zijn 2 hoofdstijlen: traditioneel met langere ski's alleen in de lengterichting door een spoor schuivend, en op kortere ski's met schaatspassen waar toepasselijk. Een spoor kan machinaal worden aangelegd, of door de skiërs zelf indien men een toervariant beoefent. Bij niet competitief skiën wordt ook het Nederlands woord wandelskiën gebruikt.
- Schansspringen: De deelnemers springen van een schans af en proberen daarbij zo ver mogelijk te komen. Naast de springafstand wordt ook door een aantal juryleden de uitvoering van de sprong beoordeeld. Er zijn twee typen schans, de 90-meterschans en de 120-meterschans, naar de typische afstand die er gesprongen kan worden.
- Noordse combinatie: Dit is een combinatie van langlauf en schansspringen en bevat drie onderdelen: de sprint, de individuele discipline en de teamdiscipline.
- Biatlon: Op speciale langlaufski's moet een traject worden afgelegd. Tussendoor moeten doelen worden geraakt met een geweer in verschillende schietposities.
- Telemarken: Skiën met telemarkski's -met losse hak- waarbij de skiër door de knieën buigt bij het draaien. Hierbij wordt de noordse stijl gebruikt op steilere hellingen. Hierdoor kan dit beschouwd worden als een mengvorm van de noordse en alpiene stijl.

Of op een andere manier, op de piste...
- Afdaling: Een snelheidsparcours dat bergafwaarts verloopt zonder veel bochten, en met sprongen, dient zo snel mogelijk afgelegd te worden (gewoonlijk in 1 manche).
- Slalom (ski): Een parcours tussen paaltjes, die beurtelings ongeveer links- en rechtsom moeten worden gepasseerd, zeer technisch bochtenwerk (in 2 manches).
- Reuzenslalom (ski): Zelfde als slalom maar dan langer en minder bochtig, technische discipline (in 2 manches).
- Super G (ski): Bochtiger snelheidsparcours, met sprongen (gewoonlijk in 1 manche).
- Alpiene combinatie: De deelnemers moeten zowel 1 manche afdaling en 1 manche slalom skiën; de tijden worden opgeteld.
- Parallel ski event: 2 deelnemers starten tegelijk
- Team event: deelnemers racen per team

Het ski-materiaal
Niet elke ski is dezelfde in elke vorm van het skiën. Voor elke tak van sport gebruikt men ander skimateriaal. Zo is een alpineskiuitrusting een andere dan de uitrusting voor langlaufen. Ook binnen een tak van sport zijn er verschillende ski's, van carveski's tot aan de dunne latjes. Daarnaast verschillen de ski's voor gevorderden van die voor beginners. Hierdoor kan de prijs van ski's sterk verschillen.

Skiën met de opleiding Travel??

Onze opleiding biedt een fantastische Skireis aan!
In januari gaan we met de aangemelde enthousiastelingen een skireis ondernemen, waar nog lang over gepraat zal worden..... 😉